de uitdaging van fysiotherapeuten in de coronacrisis
Interview met Ruud Vogler door Dennis Hartsink
De coronacrisis raakt ons allemaal, van de horeca tot de zorg. Voor iedereen geeft dat andere uitdagingen, maar voor contactberoepen als fysiotherapie, betekent het dat het onmogelijk is om hun werk uit te voeren. Het alternatief is het zogenaamde ‘hands-off-behandelen’, bijvoorbeeld door middel van beeldbellen. Maar iemand met fysieke klachten helpen zonder hem of haar aan te mogen raken, is een bizarre uitdaging. Rugexpert Ruud Vogler: “Mijn eerste gedachte bij het hands-off behandelen was: hoe dan?!”
“Mijn eerste gedachte bij
het hands-off behandelen
was: hoe dan?!”
Foto: Links Ruud Vogler, rechts collega Dennis Hartsink.
Nog in de vorige eeuw, in 1998, studeerde Ruud af als fysiotherapeut. In 2005 voegde hij daar een opleiding als manueel therapeut bij en inmiddels is hij al weer bijna zes jaar werkzaam bij Fysius in Capelle aan den IJssel en Den Haag. “Juist als manueel therapeut is de fysieke, op stoornis gerichte behandeling, mijn meerwaarde in de praktijk. Ook ter ondersteuning van mijn collega’s,” zegt hij. “Mijn tweede gedachte [bij het hands-off-behandelen] was: wat nu dan?”
Videobellen, dat was nu het alternatieve plan. “Ik vind het heerlijk om echt fysiek te kunnen behandelen, maar uiteindelijk realiseerde ik: je geeft mensen ook tips en oefeningen mee, dus je kan ze nog altijd ergens mee helpen.”
Iets is beter dan niets, zo zag hij in eerste instantie het beeldbellen. Zijn eerste ‘afspraak’ was een oefening met zijn collega als cliënt. Toen dat een beetje goed ging, sprong hij gelijk in het diepe bij zijn eerste échte cliënt: een Syrische vluchteling die geen Nederlands spreekt. Dat werd met de telefoon in de hand alles van Nederlands naar Engels vertalen. “Het was voor ons beiden onwennig. Ik zat met mijn rug naar het raam, maar dat gaf teveel tegenlicht, dus even omdraaien. De verbinding is iets traag, dus niet te snel iets willen zeggen. Rustig iets vragen en even wachten op het antwoord.” Langzaam maar zeker gaat het beter. “Het was wel een uitdaging om de camera goed te richten, maar we hebben zelfs een paar oefeningen doorgenomen. Ondanks alle uitdagingen, blijkt dat je toch nuttige dingen hebt gedaan.”
Nu Ruud het beeldbellen vaker heeft gedaan, merkt hij dat het steeds makkelijker gaat. “In begin was het wel erg wennen en mentaal best vermoeiend. Inmiddels heb ik al ruim 20 verschillende cliënten een aantal keer via beeld behandeld. Het wordt bijna normaal.”
Toch is het natuurlijk anders dan ‘normaal’ behandelen. Wat hem het meeste opvalt? “Je moet veel bewuster een open vraag stellen en doorvragen op wat de cliënt vertelt. Je kan niet zomaar onderbreken en je ideeën spuien. Daardoor is het belangrijk dat je echt actief de ander meeneemt in wat je voorstelt en bewust maakt van zijn of haar gedachten. De tips van Motivational Interviewing zijn erg nuttig gebleken, mijn coachingsvaardigheden waren niet mijn sterkste punt maar zijn nu duidelijk verbeterd!”
Een aantal dingen zijn echter nog steeds hetzelfde, of het nou gaat om een behandeling ‘in het echt’ of door middel van videobellen. “Ook nu vraag ik hoe het de afgelopen tijd is gegaan, waar cliënten tegenaan zijn gelopen en of ze nog vragen hebben. Mensen kunnen makkelijk aangeven waar de pijn zit door aan te wijzen. Ook oefeningen doe ik veel makkelijker voor, net zoals ik in de praktijk zou doen, ik kan nu snel genoeg zien of ik goed in beeld sta of zit.”
Sommige patiënten willen echter liever niet op beeld. Voor deze mensen is het mogelijk een telefonische behandeling te houden. “Maar ik merk dat ik daarmee toch minder makkelijk kan aanvoelen of mijn boodschap overkomt en of ze de oefeningen begrijpen en goed doen. Dus wat mij betreft: liever met beeld!”
Als laatste heeft Ruud nog een aantal tips voor collega’s. “De hele benadering was voor mij nieuw, maar voor de patiënten ook. Het is best raar om voor een camera te zitten en jezelf te zien, maar voor de patiënten zie je er nog steeds hetzelfde uit.” Ruud benadrukt dat je niet die enige bent die het mist om ‘in het echt’ te kunnen behandelen. “Net zo goed als dat ik graag hands-on wil werken, willen de cliënten óók liever langskomen. Maar omdat dat niet kan zijn ze al enorm blij met de tips en oefeningen die ik hun geef. En vergeet niet: het contact zelf is ook al waardevol. Jij maakt echt een verschil.” Om het af te sluiten voegt hij nog toe: “Dat het soms allemaal wat onhandig gaat, daar leer je van. Laten we daar dan ook maar de humor van inzien!”